Een verhuizing naar het buitenland tijdens een ondertoezichtstelling

doorJessica Boekhout

Een verhuizing naar het buitenland tijdens een ondertoezichtstelling

Ouders vragen zich vaak af of zij mogen verhuizen met hun kinderen naar het buitenland op het moment dat de kinderen door de rechter onder toezicht zijn gesteld van een gecertificeerde instelling (Bureau Jeugdzorg, Save of bijv. de William Schrikker Stichting) of uit huis zijn geplaatst.

Allereerst is het van belang op te merken dat ondanks de ondertoezichtstelling de ouders nog steeds degene zijn die het ouderlijk gezag hebben over hun kinderen en op grond daarvan belangrijke beslissingen kunnen nemen over hun kinderen. Dit betekent dus ook een beslissing over een verhuizing naar het buitenland.

Het recht om te verhuizen

Het is een recht van iedere burger om te verhuizen, ook naar het buitenland; een ondertoezichtstelling perkt dit recht niet in.

Een ondertoezichtstelling wordt echter uitgesproken omdat dit in het belang van het kind is. De ouders zijn in het kader van de ondertoezichtstelling immers verplicht mee te werken aan de hulpverlening, in het belang van het kind.

Op het moment dat de ouders met de kinderen naar het buitenland gaan verhuizen, heeft dit tot gevolg dat de praktische uitvoering van de ondertoezichtstelling wordt ondermijnd. De rechtbank zal een beslissing om te verhuizen naar het buitenland om die reden als onverstandig en niet in het belang van de kinderen achten. Dit kan een verlenging van de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing tot gevolg hebben.

Daarnaast is het mogelijk dat de gecertificeerde instelling aangifte doet van ontvoering, omdat er sprake is van ongeoorloofde onttrekking van de kinderen aan het bevoegde gezag. Of dit terecht is, is de vraag omdat feitelijk het gezag niet bij de gecertificeerde instelling ligt.

Uit de wetgeving en jurisprudentie blijkt dat de rechter een beslissing zal nemen in het belang van het kind en dat de Nederlandse rechter mogelijkheden heeft om een beslissing te nemen over de wel of niet geoorloofde verhuizing naar het buitenland.

Oordeelt de rechter dat de verhuizing onterecht is, kan dit tot gevolg hebben dat het gezin terug dient te verhuizen.

Concluderend ligt de bevoegdheid om te verhuizen bij de ouders. Echter, de gecertificeerde instelling is in staat om een verhuizing terug te draaien. Het is derhalve niet raadzaam om zonder overleg met de gecertificeerde instelling te verhuizen naar het buitenland.

Over de auteur

Jessica Boekhout editor