Tijdens een uithuisplaatsing woont de minderjarige voor een bepaalde periode dag en nacht niet meer bij zijn/haar ouders. De minderjarige wordt tijdens deze periode dus ook niet verzorgd en opgevoed door zijn/haar ouders.
Een uithuisplaatsing is een kinderbeschermingsmaatregel die op twee manieren aan de orde kan zijn.
De eerste optie is dat de ouders instemmen met de uithuisplaatsing. Met de toestemming van de ouders is er sprake van een vrijwillige uithuisplaatsing, waarover de rechter geen oordeel heeft gegeven.
Bent u het niet eens met de uithuisplaatsing dat kan de maatregel alleen door de kinderrechter worden opgelegd als er ook sprake is van een ondertoezichtstelling.
Verzoek uithuisplaatsing (UHP)
De kinderrechter kan op verzoek een machtiging verlenen om een minderjarige uit huis te plaatsen. Een uitplaatsing kan dan dus alleen met een machtiging van de kinderrechter. Deze machtiging kan worden aangevraagd door de Raad voor de Kinderbescherming, de gecertificeerde instelling (Jeugdzorg) en het openbaar ministerie.
Als er een verzoek wordt ingediend voor een machtiging tot uithuisplaatsing dan wordt er een zitting gepland bij de kinderrechter. De kinderrechter nodigt dan ook de ouders uit om hen in de gelegenheid te stellen hun mening kenbaar te maken over het verzoek. Het is dus mogelijk om verweer te voeren tegen het verzoek.
Ook minderjarigen die 12 jaar of ouder zijn, worden in de gelegenheid gesteld om met de kinderrechter te komen praten. Na de zitting beslist de kinderrechter of de machtiging wordt verleend en zo ja, voor hoelang. De machtiging mag worden afgegeven maximaal voor één jaar (12 maanden). Is de uithuisplaatsing nodig voor een langere periode, dan zal er na een jaar opnieuw een machtiging gevraagd moeten worden.
Waarom wordt een kind uit huis geplaatst?
Een minderjarige kan uit huis worden geplaatst als er grote zorgen zijn over de minderjarige en de angst bestaat dat hij/zij in zijn/haar ontwikkeling wordt bedreigd. Hierbij kan gedacht worden aan ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen.
De uithuisplaatsing heeft tot doel enerzijds om de minderjarige te beschermen tegen de bedreigende situatie, anderzijds om het gezin tot rust te laten komen.
Als een minderjarige uit huis wordt geplaatst zal hij/zij tijdelijk elders gaan wonen. Er zijn dan verschillende opvangmogelijkheden, namelijk:
– bij iemand in het netwerk (bijv. een familielid);
– een pleeggezin (een crisispleeggezin voor een kortere periode of een perspectief biedend pleeggezin voor een lagere tijd;
– een gezinshuis;
– een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder (waaronder gesloten jeugdhulp);
– een andere voorziening, zoals bijvoorbeeld een voorziening voor kamertraining of begeleid wonen;
– een justitiële jeugdinrichting.
De gezinsvoogd kijkt over het algemeen naar de meest geschikte opvang voor de minderjarige.
Hoe lang duurt de uithuisplaatsing?
De kinderrechter bepaalt de duur van de uithuisplaatsing. Dit is maximaal één jaar. De uithuisplaatsing kan wel steeds verlengd worden. Er moet dan opnieuw een verzoek hiervoor worden ingediend. Daarbij zal gemotiveerd moeten worden, waarom de uithuisplaatsing nog langer moet duren.
De gecertificeerde instelling kan de uithuisplaatsing tussentijds beëindigen.
Is er contact met kind(eren) tijdens de uithuisplaatsing?
Het verschilt per situatie of er contact is tussen de ouders en de minderjarige en op welke wijze dit contact dan tot stand komt. Dit hangt af van het doel van de uithuisplaatsing. Soms wordt het in het belang van de minderjarige geacht dat er even geen contact is. In andere gevallen is er een omgangsregeling tussen de ouders en de minderjarige. Dit wordt bepaald door de gezinsvoogd en geldt als een aanwijzing. Bent u het hier niet mee eens, dan bestaan er ook mogelijkheden om tegen deze aanwijzing in beroep te gaan bij de rechter. Zie daarvoor “de schriftelijke aanwijzing”.
Niet eens met de UHP ?
Neem direct contact opDe advocaten van OTS-desk zijn gespecialiseerd op het gebied van UHP en OTS.
Laat u altijd adviseren en bijstaan door een advocaat die gespecialiseerd is op het gebied van UHP-zaken. Zo kan een uithuisplaatsing worden voorkomen ofwel worden beëindigd.
Indien u wordt geconfronteerd met een verzoek tot uithuisplaatsing en u bent het hier niet mee eens, dan heeft u het recht hiertegen verweer te voeren. U kunt zich alsdan laten bijstaan door één van onze advocaten.
Hoger beroep UHP
Ook kunnen de advocaten van OTS-desk.nl voor u – indien u het niet eens bent met een uitspraak van de rechtbank – bij het gerechtshof in hoger beroep komen tegen deze uitspraak. Bij een hoger beroep zullen andere rechters de zaak opnieuw behandelen, hetgeen kan leiden tot een andere – voor u beter te accepteren – uitspraak.
Meer vragen?
U kunt ons tijdens kantoortijden bereiken op telefoonnummer 030-698 20 30 of een bericht zenden via onder contactformulier.
Ook kunt u ons via WhatsApp bereiken: 06-2 44 90 60 1 (op een mobiele telefoon opent WhatsApp zich automatisch na het aanklikken van de link).