Veel gestelde vragen OTS en UHP

Veel gestelde vragen

Op deze pagina treft u antwoorden aan op veel gestelde vragen op het gebied van Ondertoezichtstelling (OTS) en Uithuisplaatsing (UHP)

Wat kan ik doen als ik een brief van de rechtbank krijg?

Als er een verzoek tot OTS is ingediend bij de rechtbank, dan krijgt u daarvan een kopie thuisgestuurd. In dat geval raden wij u aan direct contact op te nemen met een gespecialiseerde advocaat in OTS kwesties, zoals OTS-desk.nl

Verweer door een advocaat

Wij kunnen u helpen met het voeren van verweer, als u het niet eens bent met het verzoek tot ondertoezichtstelling bij de kinderrechter. Ook als de Raad voor de Kinderbescherming vindt dat de OTS verlengd moet worden met een jaar, kan u bij ons terecht. 

Als u niet reageert en niet bij de zitting aanwezig bent, dan behandelt de rechter het verzoek tot ondertoezichtstelling zonder uw inbreng. Hij kan dan geen rekening houden met uw kijk op de zaak. Na een aantal weken zal de rechter een beslissing nemen op het verzoek tot ondertoezichtstelling en zal een kopie daarvan aan u toezenden.
 

OTS en het beëindigen van het ouderlijk gezag

Het ouderlijk gezag kan door de rechter worden beëindigd, als het minderjarige kind zodanig opgroeit dat hij in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. Daarnaast moet de ouder niet in staat worden geacht de verantwoordelijkheid voor de verzorging te kunnen dragen binnen een voor de ontwikkeling van het minderjarige kind aanvaardbaar te achten termijn. De vraag die tot dusverre nog onbeantwoord is gebleven, ziet op de vraag wat deze termijn is. Recentelijk boog de Hoge Raad en zijn adviseur, de advocaat-generaal zich over deze vraag (HR 9 september 2016, ECLI:NL:HR:2016:2046).

Beëindiging van het ouderlijke gezag

Wat was het geval? Over twee jonge, minderjarige kinderen was een OTS uitgesproken. Tevens waren de kinderen in een pleeggezin geplaatst. Op voordracht van de Raad voor de Kinderbescherming heeft de rechtbank ermee ingestemd dat het ouderlijk gezag van de moeder van de twee minderjarige kinderen mocht worden beëindigd. In hoger beroep werd dit oordeel bekrachtigd door het gerechtshof. Omdat de moeder zich hierbij niet kon neerleggen, werd een procedure gestart bij de Hoge Raad.

De Hoge Raad en de advocaat-generaal

Hoewel de Hoge Raad de zaak met een verkorte motivering afdeed en het oordeel van het gerechtshof onbesproken laat, geeft de conclusie van de advocaat-generaal enkele interessante overwegingen te zien. Het gerechtshof heeft bij de vraag wat de aanvaardbaar te achten termijn is, geoordeeld dat deze termijn niet alleen ziet op de periode na de uithuisplaatsing van de kinderen, maar dat ook de periode kan betreffen die daaraan vooraf is gegaan.

De adviseur van de Hoge Raad (de advocaat-generaal) kan met het oordeel van het gerechtshof instemmen en legt deze zo uit dat het gerechtshof dat het gerechtshof gewicht toekende aan het feit dat de moeder al voor de uithuisplaatsing niet in staat was om de verantwoordelijkheid te dragen voor de kinderen. De uithuisplaatsing heeft zij immers niet weten te voorkomen. Wel benadrukt de advocaat-generaal dat ook weer niet al teveel belang moet worden gehecht aan deze periode voor uithuisplaatsing, omdat de aanvaardbaar te achten termijn zoals het gerechtshof deze heeft vastgesteld zag op de periode na datum uithuisplaatsing. Hoewel de Hoge Raad zich hierover dus niet heeft uitgelaten, kan op basis van het advies van de advocaat-generaal wel betoogd worden dat niet alleen de periode na uithuisplaatsing maar ook die daaraan voorafgaand van belang is, daar waar het ouderlijk gezag in het geding is.
 

Wanneer kan een OTS worden uitgesproken als een omgangsregeling niet werkt?

Op 19 februari 2016 heeft de Hoge Raad nog een duidelijk gemaakt hoe een niet werkende omgangsregeling zich verhoudt tot een niet functionerende omgangsregeling (ECLI:NL:HR:2016:295). De Hoge Raad benadrukt dat een OTS eerst kan worden toegestaan om een omgangsregeling mogelijk te maken, als sprake is van een ernstige bedreiging in de ontwikkeling van het kind en dat andere, minder zwaarwegende alternatieven, niet mogelijk zijn.

Wanneer mag OTS uitgesproken worden

Dit oordeel is op zichzelf genomen niet heel verrassend te noemen. Reeds in 2001 oordeelde de Hoge Raad dat de OTS-maatregel een inbreuk betekent op het gezinsleven van de ouder en zijn kind. Een inbreuk daarop is alleen gerechtvaardigd als deze z’n basis vindt op de in de wet aangegeven gronden in het belang van het kind. 

Het opleggen van de maatregel van ondertoezichtstelling kan passend zijn als een omgangsregeling niet is uitgesproken of niet werkt. Als de rechter de reden van een ouder om niet mee te werken aan de totstandkoming of de uitvoering van een OTS niet voldoende acht, dient hij zelf actie te ondernemen en dient hij spoedig alle gepaste maatregelen te nemen om de ouder in kwestie toch aan te sporen hieraan mee te werken. Dat kan mediation zijn, of het gelasten van een onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming of een deskundigenbericht.

Verweer tegen een verzochte OTS

Kortom, het voeren van verweer  tegen een verzochte OTS om een omgangsregeling daarmede af te dwingen kan onder omstandigheden zin hebben. Met name als gesteld en aangevoerd kan worden dat hetzelfde resultaat bereikt kan worden door het toepassen van minder ingrijpende alternatieven dan het middel van OTS. Wilt u meer weten, neem dan gerust contact met ons op.
 

Wat gebeurt er met een OTS of UHP na een verhuizing?

Het komt wel eens voor dat ouders willen of moeten verhuizen nadat hun kind onder toezicht is gesteld (OTS) dan  wel uit huis is geplaatst (UHP).

Mogen ouders verhuizen

Als uitgangspunt heeft te gelden dat u als ouders nog steeds belast bent met het gezag over uw kind(eren). In principe ligt bij u als ouders dan ook de beslissing om met uw kind te verhuizen. Echter, als de reden voor de verhuizing is gelegen in het feit om de uitgesproken ondertoezichtstelling te ondergraven, dan kan de rechter ingrijpen en dit verbieden. Immers, het belang van uw kind vereist niet dat in dat geval wordt verhuisd, al dan niet naar het buitenland, en andere redenen liggen hieraan ten grondslag.

Ongeoorloofde overbrenging

Als u als ouders, hangende een uitgesproken ondertoezichtstelling of uit huis plaatsing, besluit te verhuizen naar het buitenland, dan is dit niet zonder risico. Jeugdzorg of een andere gecertificeerde instelling kan in zo’n geval aangifte doen van ontvoering of ongeoorloofde onttrekking aan het bevoegd gezag. De vraag blijft wel of dit geheel en al juist is, omdat de ouders wel het gezag over hun kind hebben blijven behouden en de wettelijke basis van Jeugdzorg dun lijkt om hiertegen op te treden. Daar staat dan wel tegenover dat aangetoond moet worden dat het belang van het kind de verhuizing moet rechtvaardigen. Ook kan de vraag rijzen of de Nederlandse rechter nog steeds bevoegd blijft als het kind feitelijk in het buitenland verblijft. De rechtbank Den Bosch oordeelde bijvoorbeeld op 18 december 2014 dat als sprake is van een niet geoorloofde verhuizing van het kind de rechtbank haar bevoegdheid behoudt.

Overleg blijft gewenst

Ook al zou kunnen worden betoogd dat ouders vanwege het feit dat zij het gezag hebben over hun kind geen toestemming vooraf verplicht is van een instelling als bijvoorbeeld Jeugdzorg om te verhuizen, echter als Jeugdzorg kan aantonen dat sprake is van een ongeoorloofde verhuizing, dan kan de verhuizing ongedaan worden gemaakt. Het blijft dan ook aan te bevelen in alle gevallen het contact te blijven zoeken met de gezinsvoogd als u als ouders dergelijke plannen hebt.

Hoe verhoudt omgang zich tot een ondertoezichtstelling?

Begin dit jaar heeft de Hoge Raad nog eens verduidelijkt dat een OTS om een omgangsregeling tot stand te brengen alleen kan worden opgelegd als andere, minder ingrijpende, middelen niet werken.

Als de rechter een ondertoezichtstelling uitspreekt, zal volgens de Hoge Raad, de rechter niet alleen moeten aangeven op basis van welke argumenten hij oordeelt dat de minderjarige zodanig opgroeit dat zijn zedelijke of geestelijke belangen of zijn gezondheid ernstig worden bedreigd. Daarnaast moet duidelijk zijn dat andere alternatieven, om deze bedreiging weg te nemen, niet zijn gelukt.  

Alternatieven moeten worden onderzocht

In de uitspraak van 19 februari 2016 (ECLI:NL:HR:2016:295) maakte de Hoge Raad duidelijk dat het gerechtshof onvoldoende had beoordeeld of de ernstige bedreiging voor de zedelijke of geestelijke belangen van de minderjarige – dat het gevolg was van een verbroken family life van het kind met zijn moeder en halfzusje – ook kan worden bewerkstelligd door gebruik te maken van alternatieve, minder zwaarwegende maatregelen dan een OTS. Ook heeft het gerechtshof niet onderzocht of deze alternatieven hebben gefaald, dan wel hoogstwaarschijnlijk zullen falen.

Welke alternatieven zijn er?

Als minder ingrijpend alternatief kan bijvoorbeeld worden aangemerkt het instrument van mediation. Ook kan gedacht worden aan het doen opstarten van een onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming. Tot slot kan een rechter ook een voorlopige omgangsregeling vaststellen en partijen tussentijds horen over de uitvoering daarvan en de (verdere) gang van zaken.

Het gevolg van de uitspraak van de Hoge Raad is dan ook dat het raadzaam is om verweer te voeren tegen een omgangs-OTS. Zeker in die gevallen als de rechter duidelijk gemaakt kan worden dat  hetzelfde resultaat kan worden bereikt door gebruik te maken van minder ingrijpende alternatieven dan het middel van OTS.

Welke kinderbeschermingsmaatregelen bestaan er in Nederland?

In Nederland bestaan er verschillende beschermingsmaatregelen die gebruikt kunnen worden in het belang van kinderen. Zo is er de voorlopige ondertoezichtstelling (VOTS) en de ondertoezichtstelling (OTS). Zowel de VOTS als de OTS worden in beginsel op voordracht van de Raad voor de Kinderbescherming door de kinderrechter over uw kind(eren) uitgesproken. Als de rechter dit besluit, bent u als ouder gehouden hieraan mee te werken.

Wat is het verschil tussen een VOTS en een OTS?

VOTS

De VOTS wordt als middel vaak ingezet als sprake is van een urgente situatie en het te lang duurt voordat een "gewone" OTS kan worden uitgesproken. Instanties als Veilig Thuis, sociaal werk of bijvoorbeeld een huisarts kunnen melding maken van een onveilige situatie bij de Raad voor de Kinderbescherming. Als kinderen accuut gevaar lopen en niet langer meer thuis kunnen wonen, wordt de rechter gevraagd om de afgifte van een (spoed)machtiging tot uithuisplaatsing van uw kind(eren). Een VOTS duurt drie maanden. In deze periode wordt uitgezocht wat er nu precies speelt. Vaak wordt een OTS uitgesproken na de periode van 3 maanden, maar dat hoeft niet altijd het geval te zijn.

OTS

Een OTS wordt opgelegd voor de duur van maximaal een jaar. Wel kan de rechter besluiten op voordracht van de Raad voor de Kinderbescherming dat de OTS moet worden verlengd. Als een OTS wordt uitgesproken wordt er een gezinsvoogd benoemd die de ouders helpt om de gezinssituatie te verbeteren. Samen met de ouders en het kind wordt een plan van aanpak opgesteld. Belangrijk te weten is dat de ouders het volledig gezag over hun kind behouden, zij het dat de gezinsvoogd meebeslist. Als de rechter instemt met een verzoek tot VOTS of OTS, dient u als ouder(s) hieraan mee te werken.

Hoe werkt een OTS?

Als de kinderrechter een OTS uitspreekt, zal de Raad voor de Kinderbescherming een onderzoek instellen en een rapport opstellen waarin de gezinssituatie beschreven wordt. Ook wordt er aan het gezin een voogd toegevoegd, die samen met ouders beslissingen neemt over het kind. Aan de hand van dit rapport en een op te stellen plan van aanpak, wordt in kaart gebracht of de ouders op termijn weer in staat moeten worden geacht de zorg van hun kind weer op zich te nemen. Ook als dit niet mogelijk is, zal het rapport daarvan melding maken. De OTS wordt voor de duur van maximaal één jaar uitgesproken. Als de Raad voor de Kinderbescherming na het onderzoek van mening is dat een kinderbeschermingsmaatregel voor uw kind(eren) nog steeds noodzakelijk is, zal de kinderrechter worden verzocht om de OTS te verlengen.

Wat moet u doen als de Raad voor de Kinderbescherming een onderzoek aankondigt?

Als de Raad voor de Kinderbescherming een onderzoekt opstart, kan u het beste direct contact opnemen met een advocaat die gespecialiseerd is in OTS zaken, zoals OTS-desk.nl. Op die manier kan uw specifieke (gezins)situatie samen met u worden besproken. Wij geven u daarnaast advies hoe om te gaan met de Raad voor de Kinderbescherming en welke stappen er ondernomen kunnen worden. Ook kan OTS-desk u bijstaan als u wordt opgeroepen voor een rechtszitting bij de kinderrechter.