Maandelijks archief juli 2018

doorJessica Boekhout

Vanaf 1 juli 2018: standaard pleeghulp tot 21 jaar

Soms wordt het beter geacht wanneer een kind – tijdelijk – ergens anders woont. Er wordt altijd gekeken of er de mogelijkheid bestaat om het kind op te vangen bij familie of bekenden. Als dit niet mogelijk is, wordt een kind in een pleeggezin geplaatst. De pleegouders zorgen dan voor het kind.

De huidige Jeugdwet

Op dit moment is een kind op het moment dat hij/zij 18 jaar wordt voor de wet volwassen. Dit betekent dat de jeugdhulp stopt en daarmee dus ook de pleegzorg. Er zijn echter pleegkinderen die ook na hun 18e verjaardag nog behoefte hebben aan ondersteuning. De jeugdwet maakt(e) het om die reden mogelijk om zogenoemde voortgezette pleegzorg te bieden voor pleegkinderen van 18 jaar en ouder. Dat ging tot 1 juli 2018 via een ‘nee, tenzij-systeem’, waarbij er moe(s)t worden aangetoond dat pleegzorg ook na het bereiken van de leeftijd van 18 jaar nog noodzakelijk is. De beslissing over de voortgezette pleegzorg ligt dan bij de gemeenten.

Bij voortgezette jeugdhulp loopt de begeleiding van de pleegouders en het pleegkind door. Dit betekent dat bijvoorbeeld ambulante hulpverlening of kamertraining niet zo maar tot een einde komt bij het bereiken van de leeftijd van 18 jaar. Ook blijven de ouders een pleegvergoeding ontvangen. De voortgezette hulp is wel altijd in een vrijwillig kader. Het pleegkind moet akkoord gaan, anders zal de hulp worden beëindigd. Aan dit systeem komt met ingang van 1 juli 2018 een einde.

Begeleiding naar volwassenheid

Met ingang van 1 juli 2018 kunnen pleegkinderen standaard tot 21 jaar in hun pleeggezin verblijven, tenzij het pleegkind heeft aangegeven geen gebruik meer te willen maken van pleegzorg. Het ‘nee, tenzij’ verandert naar een ‘ja, tenzij- systeem’. Hierover zijn afspraken gemaakt tussen Jeugdzorg Nederland, de Vereniging Nederlandse Gemeenten en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn & Sport.

Een pleegzorgrelatie kan vanaf 1 juli 2018 alleen vóór het bereiken van de leeftijd van 21 worden beëindigd als de pleegkinderen dit zelf willen. De gemeenten zijn hierdoor derhalve verplicht om lopende / bestaande trajecten voor de pleegkinderen te verlengen tot 21 jaar. Op deze wijze hoopt men de pleegkinderen beter te kunnen begeleiden naar volwassenheid en hun zelfstandigheid.

De pleegzorg als vorm van voortgezette pleeghulp, zoals reeds beschreven in de Jeugdwet, blijft mogelijk vanaf 21 jaar tot 23 jaar. Op die manier is er wederom de mogelijkheid tot verdere begeleiding naar volwassenheid, afhankelijk van het betreffende individu. De wens van de overheid is immers om zorg op maat te bieden.